|
|
De kameel is een volgzaam woestijndier. Hij loopt mee in de karavaan en draagt alle lasten.
Een goedgemutste kameel wordt gekenmerkt door volgen, om raad vragen, gehoorzamen en gezond nieuwsgierig zijn.
Een slechtgemutste kameel wordt gekenmerkt door meelopen, nooit initiatief nemen, te afhankelijk zijn, te onderdanig zijn.
|
De leeuw is de koning van de dieren. Hij weet altijd raad en wijst de weg. Hij neemt de leiding stevig in handen.
Een goedgemutste leeuw is gericht op leiden, organiseren, uitleggen en groep bevorderend werken.
Een slechtgemutste leeuw is gericht op domineren, manipuleren, bevelen en autoritair optreden.
|
|
|
Een wasbeer heeft zwart omrande oogjes, waardoor het lijkt of hij een brilletje draagt om beter te kunnen zien. De mens die zich gedraagt als een wasbeer geeft aandacht aan anderen.
Een goedgemutste wasbeer wordt gekenmerkt door luisteren naar iemand, waarderen, empathisch handelen en opkijken.
Een slechtgemutste wasbeer wordt gekenmerkt door dwepen, iemand ophemelen, onoprecht waarderen en slijmen.
|
De pauw laat zijn mooiste veren zien. Hij durft ook de minder fraaie achterkant van zijn veren te laten zien. Iemand die zich gedraagt als een pauw toont zichzelf, stapt naar anderen toe, neemt contact op en biedt zich aan.
Een goedgemutste pauw is gericht op talenten (h)erkennen, trots zijn, zich goed voelen en contact leggen.
Een slechtgemutste pauw is gericht op opscheppen, zich steeds vooraan willen plaatsen, willen opvallen en pronken.
|
|
|
Een poes vraagt om geaaid te worden. Ze begint te spinnen en te ronken als je haar vertroetelt. Poezen zijn dankbaar voor wat hen wordt aangeboden.
Een goedgemutste poes wordt gekenmerkt door dankbaar zijn, zorg aanvaarden, genieten en iets durven vragen.
Een slechtgemutste poes wordt gekenmerkt door te afhankelijk zijn, profiteren, eigen voordeel voorop stellen en dingen opeisen.
|
Bevers leven jarenlang in een hecht familieverband. Bevers bouwen dammen waar ook andere dieren gebruik van mogen maken. Bevers delen bezittingen met anderen.
De goedgemutste bever is gericht op zich verantwoordelijk voelen, zorgen, attent zijn en hulp bieden.
Een slechtgemutste bever is gericht op alles weggeven, iemand overbeschermen, teveel verwennen en andermans taken uitvoeren.
|
|
|
Met zijn scherpe blik spiedt de havik van hoog in de lucht de omgeving af, speurend naar wat lelijk, vals of slecht is. Een mens die zich gedraagt als een havik, kan aanwijzen wat fout loopt en onjuist is. Hij of zij heeft een kritische blik.
Een goedgemutste havik is gericht op kritisch zijn iets onderzoeken, iets in twijfel trekken en opkomen voor de zwakkere.
Een slechtgemutste havik is gericht op agressief zijn, altijd kritiek geven, uitdagen en roddelen.
|
Met zijn scherpe blik spiedt de havik van hoog in de lucht de omgeving af, speurend naar wat lelijk, vals of slecht is. Een mens die zich gedraagt als een havik, kan aanwijzen wat fout loopt en onjuist is. Hij of zij heeft een kritische blik.
Een goedgemutste havik is gericht op kritisch zijn iets onderzoeken, iets in twijfel trekken en opkomen voor de zwakkere.
Een slechtgemutste havik is gericht op agressief zijn, altijd kritiek geven, uitdagen en roddelen.
|
|
|
Wanneer hij bang is, verdrietig of moe, trekt de schildpad zich terug in zijn schild. Hij zegt geen ja en geen nee als je hem benadert. Kiezen valt hem moeilijk. Een mens die zich gedraagt als een schildpad, is onzeker, twijfelt en weet niet wat te doen.
Een goedgemutste schildpad wordt gekenmerkt door tot rust komen, emoties toelaten, fouten toegeven en reflecteren.
Een slechtgemutste schildpad wordt gekenmerkt door negatief denken, zich altijd het slachtoffer voelen, niet zichzelf kunnen zijn en zich laten overdonderen.
|
Vanonder zijn halfgesloten oogleden ziet de uil wel wat er onder hem gebeurt, maar hij laat het gebeuren. Hij houdt zijn snavel toe; zijn geheim blijft bewaard. Een mens die zich gedraagt als een uil, wil soms alleen zijn. Hij of zij blijft op afstand. Hij of zij wil niet overal aanwezig zijn en vertelt weinig over zichzelf.
Een goedgemutste uil is gericht op observeren, een geheim bewaren, er niet op ingaan en filosoferen.
Een slechtgemutste uil is gericht op uit de hoogte doen, zich afsluiten voor anderen, zich nooit laten kennen en zich steeds afzijdig houden.
|